Eigenlijk vind ik dat er te veel plaatsoldeer gewoon "verloren" gaat. (En het alternatief: werken met soldeerpasta staat mij niet zo aan).
De vellen plaatsoldeer altijd apart houden en de hardheid op het plaatje schrijven, enkel de pioentjes snijden die nodig zijn en deze niet groter dan nodig - dat doen we allemaal. En toch gaat er vanalles verloren bij het snijden van soldeer, of bij het solderen in meerdere stappen.
Als de pioentjes soldeer in de lade vallen (of op de grond belanden) vind je ze soms niet direct terug, en later weet je niet meer wat een metaalsplintertje en wat een pioentje is - of welke hardheid je vast hebt.
… met het gevolg dat deze pioentjes gewoon aan het einde van de dag samen met de inhoud van de lade (samen met het "vijlsel") in mijn recycle blik belanden. Ooit zal de inhoud van deze blik wel naar Remondis Argentia of Richard gaan en het edelmetaal terug gewonnen worden, ooit…. In de tussentijd is dit gewoon "scrap".
Je maakt meer kans om je stukje soldeer terug te vinden (en de juiste hardheid te bepalen) als je velletjes
inkleurt. Ik gebruik hiervoor de gewone "Sharpie permanent marker" - alcohol en kleur verdwijnen zonder residu bij het verwarmen met de brander.
Voor zilversoldeer (in 4 hardheiden) gebruik ik turkoois, lichtgroen, donkergroen en blauw, voor goudsoldeer oranje, rood en bordeaux (sorry, de kleuren komen niet zo goed uit op de foto).
Als ik nu een verdwaald pioentje tegen kom weet ik onmiddellijk welk vlees ik in de kuip heb :-)
Deze tip heb ik ooit ergens gelezen bij het surfen, en vond het toen maar niets… inmiddels denk ik er anders over.
© info@aurificina.com